Ergotherapie Nederland heeft in samenwerking met vier opleidingen ergotherapie de ‘Post-hbo Kinderergotherapeut’ ontwikkeld. De post-hbo opleiding kinderergotherapeut is het vervolg op het profiel ‘Specialisatie kinderergotherapeut’ en is één onderdeel van de registratie tot ‘Specialisatie kinderergotherapie’.
De gehele opleiding Post-hbo Specialisatie Kinderergotherapie bestaat uit de DPO-dag (Doorlopende Professionele Ontwikkeling) en vier modules. De DPO-dag moet vooraf aan de modules gevolgd worden, daarna moet module 1 gevolgd worden. De andere modules kunnen in willekeurige volgorde.
Let op: Voordat je kunt starten met de modules moet je eerst de DPO hebben gevolgd. Je moet je dus voor beiden aanmelden om te kunnen starten.
Deze leerlijn bestaat uit 1 scholingsdag bij Ergotherapie Nederland. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de Individuele Professionele Ontwikkeling (IPO)-modules uit het kwaliteitsregister. Hiermee kan de cursist zich profileren en verantwoorden. Ook wordt het ontwikkelen van professionele netwerken gestimuleerd door samen te werken rondom specifieke opdrachten waar meerdere praktijkcontexten van kunnen profiteren. Meer informatie over de DPO.
Let op: Inschrijven voor de DPO doe je op de pagina van de DPO.
Staat de module die jij wilt volgen er nog niet bij voor inschrijving? Er worden nieuwe data gepland. Houd de website en onze social media in de gaten.
Geïnteresseerden kunnen alvast een mail kunnen sturen naar ergoacademie@ergotherapie.nl Je krijgt dan een mailtje als er nieuwe data zijn.
Programma3 dagen van 09:30 - 17:00 uur (Inloop 9:00 uur)
Praktisch
Let op Voor module 2 vindt dag 1 plaats bij de Hogeschool Amsterdam, Tafelbergweg 51, 1105 BD Amsterdam. Dag 2 en 3 van module 2 vinden plaats bij Ergotherapie Nederland. |
De specialisatie-opleiding is bedoeld voor ergotherapeuten die ervaring hebben met het behandelen van of werken met kinderen en jongeren (0 – 18 jaar) en hun omgeving. Studenten die de bachelor Ergotherapie hebben afgerond kunnen ook deelnemen aan deze opleiding, mits de praktijkopdrachten geoefend kunnen worden met kinderen.
De specialisatie bestaat uit 4 criteria-onderdelen. De post-hbo opleiding is 1 onderdeel hiervan (bij- en nascholing, verplichte deel). Pas als je de 4 criteria-onderdelen met succes hebt afgerond, kom je in aanmerking voor een registratie in het specialistenregister. Bekijk de algemeen gestelde criteria en de specifiek gestelde criteria voor de kinderergotherapie.
Alle modules gaan uit van ‘actief leren’ volgens de uitgangspunten van ‘adult learning’. Hierbij staat centraal dat de cursist gemotiveerd is tot leren, het eigen leren stuurt en daar initiatief en verantwoordelijkheid in neemt. Het leren is betekenisvol en kent een variëteit aan taken gericht op toepassing in de eigen context. Om zelfsturing en pro-activiteit te bewerkstellingen, worden keuzemogelijkheden en verschillende werkvormen aangeboden, zowel tijdens de contactdagen als tijdens de zelfstudiedagen. De cursisten passen het geleerde meteen toe in de eigen beroepspraktijk. Intervisie met medecursisten in de DPO lijn geeft mogelijkheden voor verdere reflectie, samenwerking en discussie. De eigen sterke kanten als kinderergotherapeut vormen het uitgangspunt en worden ingezet en uitgewerkt tijdens de modules.
Voor de modules 1 t/m 4 geldt een studiebelasting van 84 of 82,5 uur. Daarin zijn inbegrepen de contactdagen en de uren voorbereiding, zelfstudie en het maken van het beroepsproduct. Omdat het een post-hbo studie is, ligt het niveau hoog en wordt er veel van de deelnemer verwacht.
De ‘state of the art’ basismodules kennen veel zelfstudieactiviteiten (alleen en in netwerken) en drie contactdagen verspreid gegeven binnen twaalf weken. Module 1 bestaat bijvoorbeeld uit 84 uur. Deze worden verdeeld over 12 weken. De 3 contactdagen van 6,5 uur zijn hierbij inbegrepen. In de tussenliggende weken wordt gewerkt aan de hand van zelfstudieopdrachten. Hiervoor moet je ongeveer rekening houden met 5 uur zelfstudie per week.
De toetsing vindt per module plaats aan de hand van het door de cursist ontwikkelde beroepsproduct. Het beroepsproduct dient aan te tonen dat de cursist het vereiste competentieniveau heeft verworven.
In samenwerking met Ergotherapie Nederland worden de modules ontwikkeld en aangeboden via de vier Hogescholen (HvA, HAN, HR, Zuyd). Er worden twee modules per jaar gegeven en in twee tot drie jaar kunnen alle modules doorlopen zijn. Iedereen start met de doorlopende professionele ontwikkelingslijn (DPO) en module 1. De andere modules kunnen in flexibele volgorde doorlopen worden.
Heeft de totale Post-hbo opleiding niet jouw interesse, maar één (of meerdere) van de modules wel, dan kunt je ook losse modules volgen. Hierbij is het voorafgaand volgen van de DPO dag niet verplicht, maar wordt wel aanbevolen, omdat opdrachten uit de DPO verwerkt zijn in de modules. Wanneer je met succes de module hebt doorlopen krijg je een deelcertificaat. Dit deelcertificaat kun je ook opvoeren in het Kwaliteitsregister Paramedici.
Let op: Je komt pas in aanmerking voor een diploma post-hbo curriculum kinderergotherapeut als je alle 5 modules hebt afgerond met een deelcertificaat.
Het aantal boeken dat aangeschaft moet worden, is beperkt.
De opleidingskosten zijn aftrekbaar van de inkomstenbelasting.
Per afgeronde module ontvang je een deelcertificaat. Heb je de DPO en alle modules behaald, dan ontvang je het diploma ‘Post-hbo kinderergotherapeut’. De accreditatiepunten worden bijgeschreven door Ergotherapie Nederland. Daar hoef je zelf niets voor te doen.
Nog vragen naar aanleiding van bovenstaande informatie? Bekijk dan de FAQ Kinderspecialisatie.
Module 1 | |
| |
| Joan VerhoefJoan Verhoef is bewegingswetenschapper en ergotherapeut, en in 2015 gepromoveerd aan de Erasmus Universiteit op onderzoek naar het verbeteren van de arbeidsparticipatie van jongvolwassenen met lichamelijke beperkingen. Zij werkte 14 jaar als ergotherapeut, waarvan 9 jaar in een academisch ziekenhuis waar zij zowel volwassenen als kinderen behandelde. In die periode heeft zij de post-hbo opleiding ‘NDT kindercursus’ gevolgd, prothesetraining gegeven aan kinderen met een congenitaal reductiedefect en volwassenen en kinderen met uiteenlopende vragen behandeld. Zij werkt als hoofddocent Evidence-based care bij Hogeschool Rotterdam, opleiding ergotherapie en kenniscentrum Zorginnovatie, en is verantwoordelijk voor het afstudeeronderzoek bij de opleiding ergotherapie. Zij is mede-auteur van boeken over Evidence-based practice en ‘ZorgBasics Praktijkgericht onderzoek’. Daarnaast is ze actief betrokken bij Ergotherapie Nederland, en onder andere zes jaar lid geweest van de Raad van Toezicht. |
| Mieke CardolMieke Cardol begon haar loopbaan als ergotherapeut in de revalidatie. Zij promoveerde in 2001 op onderzoek naar participatie en autonomie van mensen met een chronische aandoening. In dit onderzoek ontwikkelde en valideerde zij een vragenlijst (IPA), die inmiddels in veel talen is vertaald en wordt gebruikt. Sinds september 2012 is Mieke Cardol als lector Disability Studies verbonden aan Hogeschool Rotterdam. Met haar lectoraat wil zij een bijdrage leveren aan gelijke kansen, mogelijkheden en belonging van mensen met een chronische aandoening in onze diverse samenleving. Met haar onderzoek en in het onderwijs laat zij verhalen van binnenuit klinken en gaat zij op zoek naar omgevingen en voorwaarden die kansen bieden voor participatie. Thema’s in onderzoek en onderwijs zijn zeggenschap, ervaringskennis, inclusie en participatie. In het onderzoek zijn mensen met een chronische aandoening vaak co-onderzoekers. |
Module 2 | |
| Margo van HartingsveldtMargo van Hartingsveldt is opleidingsmanager Ergotherapie en lector Participatie en Omgeving aan de Hogeschool van Amsterdam. Ze studeerde in 1983 af aan de opleiding Ergotherapie in Weesp. In 2003 heeft ze de Master of Science in Allied Healthcare afgerond en in 2014 is zij gepromoveerd op het proefschrift ‘Ready for handwriting? Development of the Writing Readiness Inventory Tool In Context (WRITIC) for kindergarten children in the prewriting phase’ aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Na haar opleiding heeft zij meer dan 25 jaar op verschillende plekken als kinderergotherapeut gewerkt. Na haar promotie is zij samen met Liesbeth de Vries verder gegaan met het ontwikkelen van de WRITIC tot een normgerefereerd assessment. In 2016 is de manual van WRITIC-assessment uitgekomen, in 2019 de Engelse vertaling van WRITIC-assessment en in 2020 is het WRITIC-groepsprogramma ‘Startklaar voor het schrijven’ verschenen. Margo is eerste auteur van het ‘beroepsprofiel Ergotherapeut’ en van het ‘Profiel specialisatie kinderergotherapeut’, daarnaast maakt zij deel uit van de redactie van ‘Grondslagen van de ergotherapie’. Al meer dan 25 jaar geeft ze jaarlijks verschillende studiedagen en cursussen over onderwerpen die gerelateerd zijn aan de kinderergotherapie. |
Module 3 | |
| Edith Hagedoren-MeuwissenEdith werkte van 1991 tot 1993 als ergotherapeute in de ouderenzorg. Van 1993 tot 2007 was zij werkzaam bij het iRv, het kenniscentrum voor revalidatie waar zij zich heeft gespecialiseerd in onderzoek, advies en informatieverstrekking op het thema hulpmiddelenzorg. Een van haar taken was het adviseren van woningaanpassingen en rolstoel in het kader van de WMO. Na de fusie van het iRv werkte ze tot 2014 bij Vilans; het kenniscentrum voor de langdurende zorg. Hier was zij onder andere projectleider van de Vilans Hulpmiddelenwijzer. Sinds 2014 werkt Edith bij Zuyd Hogeschool als docent/onderzoeker voor het lectoraat Ondersteunende Technologie in de Zorg met als aandachtsgebied adviseren en implementeren van ondersteunende technologie. In deze functie is ze tevens extern ergonomisch adviseur bij complexe problematiek in het kader van de WMO in opdracht van GGD Zuid Limburg. https://www.zuyd.nl/onderzoek/lectoraten/ondersteunende-technologie-in-de-zorg |
| Rianne JansensSinds 2013 werk ik voor het Lectoraat Ondersteunende Technologie in de Zorg op het gebied van kind & jeugd: behoeften en evaluatie onderzoek van een technologisch product en van zorg- en ondersteuningsaanbod voor kinderen en jongeren met een beperking. Van 2014-2018 heb ik deelgenomen aan het Europese COST action LUDI, play for children with disabilities. Momenteel werk ik aan een onderzoek waarbij we nagaan of ergotherapeuten in co-creatie met cliënten 3D geprinte hulpmiddelen kunnen co-creëren ter ondersteuning van het dagelijks handelen. Ik combineer mijn werkzaamheden voor het lectoraat met onderwijstaken zowel in de opleiding ergotherapie als ook post-hbo. Mijn expertisegebieden zijn kind & jeugd en technologie in de zorg.
|
Module 4 | |
| Margot BarryMargot Barry is sinds november 2014 docent in de opleiding ergotherapie aan de HAN University of Applied Science. Zij heeft haar Bachelor in Ergotherapie aan de Universiteit van Stellenbosch (Zuid-Afrika) afgerond en daarna in Duitsland, Zuid-Afrika en Ierland als ergotherapeut gewerkt. Zij behaalde een MSc aan de Universiteit van Limerick, waarna zij een specialisme in Kinderergotherapie ontving. In 2009 begon zij haar docentschap aan de Universiteit van Limerick in een Ergotherapie Master opleiding. Zij bleef een dag per week werkzaam in een kinderergotherapiepraktijk. Margot is op dit moment haar promotie aan het afronden. |
| Inge van der Leij (MSc)Inge van der Leij is afgestudeerd als ergotherapeut en sinds 1992 werkzaam in de kinderrevalidatie. Zij heeft gewerkt in revalidatiecentrum Heliomare, Brits-Guyana, het AMC/Emma Kinderziekenhuis, WZA en het UMCG. In 2003 is zij afgestudeerd aan de European Master of Science in Occupational Therapy. Sinds 2008 heeft zij samen met vier collega’s een praktijk voor kinderergotherapie in Drenthe. Op dit moment combineert zij het werken in de eerste lijn met werkzaamheden voor de Hogeschool Arnhem en Nijmegen, de adviesraad Kind en Jeugd van Ergotherapie Nederland, de Hanze Hogeschool in Groningen en de ontwikkelcommissie van de opleiding specialisatie Kinderergotherapie, waar deze module deel van uitmaakt. |
Docenten |
Module 1 |
Joan VerhoefJoan Verhoef is bewegingswetenschapper en ergotherapeut, en in 2015 gepromoveerd aan de Erasmus Universiteit op onderzoek naar het verbeteren van de arbeidsparticipatie van jongvolwassenen met lichamelijke beperkingen. Zij werkte 14 jaar als ergotherapeut, waarvan 9 jaar in een academisch ziekenhuis waar zij zowel volwassenen als kinderen behandelde. In die periode heeft zij de post-hbo opleiding ‘NDT kindercursus’ gevolgd, prothesetraining gegeven aan kinderen met een congenitaal reductiedefect en volwassenen en kinderen met uiteenlopende vragen behandeld. Zij werkt als hoofddocent Evidence-based care bij Hogeschool Rotterdam, opleiding ergotherapie en kenniscentrum Zorginnovatie, en is verantwoordelijk voor het afstudeeronderzoek bij de opleiding ergotherapie. Zij is mede-auteur van boeken over Evidence-based practice en ‘ZorgBasics Praktijkgericht onderzoek’. Daarnaast is ze actief betrokken bij Ergotherapie Nederland, en onder andere zes jaar lid geweest van de Raad van Toezicht. |
Mieke CardolMieke Cardol begon haar loopbaan als ergotherapeut in de revalidatie. Zij promoveerde in 2001 op onderzoek naar participatie en autonomie van mensen met een chronische aandoening. In dit onderzoek ontwikkelde en valideerde zij een vragenlijst (IPA), die inmiddels in veel talen is vertaald en wordt gebruikt. Sinds september 2012 is Mieke Cardol als lector Disability Studies verbonden aan Hogeschool Rotterdam. Met haar lectoraat wil zij een bijdrage leveren aan gelijke kansen, mogelijkheden en belonging van mensen met een chronische aandoening in onze diverse samenleving. Met haar onderzoek en in het onderwijs laat zij verhalen van binnenuit klinken en gaat zij op zoek naar omgevingen en voorwaarden die kansen bieden voor participatie. Thema’s in onderzoek en onderwijs zijn zeggenschap, ervaringskennis, inclusie en participatie. In het onderzoek zijn mensen met een chronische aandoening vaak co-onderzoekers. |
Module 2 |
Margo van HartingsveldtMargo van Hartingsveldt is opleidingsmanager Ergotherapie en lector Participatie en Omgeving aan de Hogeschool van Amsterdam. Ze studeerde in 1983 af aan de opleiding Ergotherapie in Weesp. In 2003 heeft ze de Master of Science in Allied Healthcare afgerond en in 2014 is zij gepromoveerd op het proefschrift ‘Ready for handwriting? Development of the Writing Readiness Inventory Tool In Context (WRITIC) for kindergarten children in the prewriting phase’ aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Na haar opleiding heeft zij meer dan 25 jaar op verschillende plekken als kinderergotherapeut gewerkt. Na haar promotie is zij samen met Liesbeth de Vries verder gegaan met het ontwikkelen van de WRITIC tot een normgerefereerd assessment. In 2016 is de manual van WRITIC-assessment uitgekomen, in 2019 de Engelse vertaling van WRITIC-assessment en in 2020 is het WRITIC-groepsprogramma ‘Startklaar voor het schrijven’ verschenen. Margo is eerste auteur van het ‘beroepsprofiel Ergotherapeut’ en van het ‘Profiel specialisatie kinderergotherapeut’, daarnaast maakt zij deel uit van de redactie van ‘Grondslagen van de ergotherapie’. Al meer dan 25 jaar geeft ze jaarlijks verschillende studiedagen en cursussen over onderwerpen die gerelateerd zijn aan de kinderergotherapie. |
Module 3 |
Edith Hagedoren-MeuwissenEdith werkte van 1991 tot 1993 als ergotherapeute in de ouderenzorg. Van 1993 tot 2007 was zij werkzaam bij het iRv, het kenniscentrum voor revalidatie waar zij zich heeft gespecialiseerd in onderzoek, advies en informatieverstrekking op het thema hulpmiddelenzorg. Een van haar taken was het adviseren van woningaanpassingen en rolstoel in het kader van de WMO. Na de fusie van het iRv werkte ze tot 2014 bij Vilans; het kenniscentrum voor de langdurende zorg. Hier was zij onder andere projectleider van de Vilans Hulpmiddelenwijzer. Sinds 2014 werkt Edith bij Zuyd Hogeschool als docent/onderzoeker voor het lectoraat Ondersteunende Technologie in de Zorg met als aandachtsgebied adviseren en implementeren van ondersteunende technologie. In deze functie is ze tevens extern ergonomisch adviseur bij complexe problematiek in het kader van de WMO in opdracht van GGD Zuid-Limburg. |
Rianne JansensSinds 2013 werk ik voor het Lectoraat Ondersteunende Technologie in de Zorg op het gebied van kind & jeugd: behoeften en evaluatie onderzoek van een technologisch product en van zorg- en ondersteuningsaanbod voor kinderen en jongeren met een beperking. Van 2014-2018 heb ik deelgenomen aan het Europese COST action LUDI, play for children with disabilities. Momenteel werk ik aan een onderzoek waarbij we nagaan of ergotherapeuten in co-creatie met cliënten 3D geprinte hulpmiddelen kunnen co-creëren ter ondersteuning van het dagelijks handelen. Ik combineer mijn werkzaamheden voor het lectoraat met onderwijstaken zowel in de opleiding ergotherapie als ook post-hbo. Mijn expertisegebieden zijn kind & jeugd en technologie in de zorg.
|
Module 4 |
Margot BarryMargot Barry is sinds november 2014 docent in de opleiding ergotherapie aan de HAN University of Applied Science. Zij heeft haar Bachelor in Ergotherapie aan de Universiteit van Stellenbosch (Zuid-Afrika) afgerond en daarna in Duitsland, Zuid-Afrika en Ierland als ergotherapeut gewerkt. Zij behaalde een MSc aan de Universiteit van Limerick, waarna zij een specialisme in Kinderergotherapie ontving. In 2009 begon zij haar docentschap aan de Universiteit van Limerick in een Ergotherapie Master opleiding. Zij bleef een dag per week werkzaam in een kinderergotherapiepraktijk. Margot is op dit moment haar promotie aan het afronden. |
Inge van der Leij (MSc)Inge van der Leij is afgestudeerd als ergotherapeut en sinds 1992 werkzaam in de kinderrevalidatie. Zij heeft gewerkt in revalidatiecentrum Heliomare, Brits-Guyana, het AMC/Emma Kinderziekenhuis, WZA en het UMCG. In 2003 is zij afgestudeerd aan de European Master of Science in Occupational Therapy. Sinds 2008 heeft zij samen met vier collega’s een praktijk voor kinderergotherapie in Drenthe. Op dit moment combineert zij het werken in de eerste lijn met werkzaamheden voor de Hogeschool Arnhem en Nijmegen, de adviesraad Kind en Jeugd van Ergotherapie Nederland, de Hanze Hogeschool in Groningen en de ontwikkelcommissie van de opleiding specialisatie Kinderergotherapie, waar deze module deel van uitmaakt. |
Contact
Ergotherapie Nederland
Orteliuslaan 750
3528 BB Utrecht
E-mail
en@ergotherapie.nl
Telefoonnummer
030 2628356
Telefonische bereikbaarheid
Maandag tot en met vrijdag,
tussen 8.30 en 17.00 uur.
Ergotherapie Nederland
Scholing
Contact
Ergotherapie Nederland
E-mail
|